Nachtzacht

Ik ben dan wel alleen op reis, eigenlijk is dat deze keer niet helemaal zo. De route fabriceerde ik ifv wat slaapplaatsen bij vrienden. Op mn eentje reis ik helemaal relaxed en heb in al die keren nog nooit één angstmomentje gehad. Maar alleen couchsurfen, dat durf ik dan weer nét niet. De andere overnachtingen boekte ik dus een cheapass kamer.
  
De leukste slaapplaats was in een oude abdij in Ossendrecht. In mijn paterkeskamer is er  niets anders dan een bed en een wastafel. Toen ik boekte las ik een review, "er valt echt helemaal niets te beleven". Fantastisch, daar moest ik zijn.
  
  

In mijn zomerjurk trotseer ik op dag 6 de hevige tegenwind op de scheldedijk tussen Ossendrecht naar Vlissingen (90km). Op dag 7 ontmoet ik mijn oude liefde: de noordzeeroute. 58 km, al vanaf de eerste km voelden mijn benen als pap. Kan gebeuren, dan maar genoeg pauzetjes nemen. Ik verlaat de zeedijk bij Sluis, waar ik in hét kaaswinkeltje stop voor een kilootje drie-jaar-oude-brokkelkaas (nog nooit elders gevonden, overleeft meestal een kleine week in mijn frigo, heerlijk is die!) en ga dan richting Brugge.
 
De zomerzon brandt een glimlach terwijl elke windvlaag m'n haren los waait. Mijn fantasie blijft een onuitputtelijke visvijver voor overpijnzingen, gedachten en dromen. Naïef, ambitieus of vol passie. Klein bier of een magnum champagne. Alles kan, de weg is belangrijker dan de bestemming.
 
Op die weg ben ik ook altijd in voor een praatje. Hoi, hallo, daag. Waar ga je heen? Zo, dat is sportief. Wat knap. Houden we contact? Wat fijn dat je hier even stopt. Eet je mee? Zorg goed voor jezelf. Neem nog een broodje. Waar ben je nu? We moeten dringend meeten als je terug bent. Doen we, maar eerst fiets ik nog even tussen de zomerbloemen en vrachtschepen. Alles gaat vanzelf. En zelfs wanneer het lastig wordt gaat het nog steeds alsanrechtendeure. Traag maar zeker. Het is werkelijk de wereld op z'n mooist.
 
Maar het àllermooiste deze week zijn de heerlijke slaapjes. Wat zou het zalig zijn om altijd zo als een blok de nacht in te gaan. Geen enkele keer word ik tussendoor wakker. Geen draai en geen zucht. Een ochtendmens zal ik nooit worden, alles vóór 10 uur vind ik onmenselijk vroeg. Maar nu, bij de wekker, tussen 6 en 7, sta ik al helemaal op scherp. Nog wat zand in mn ogen en pijnlijke spieren, maar helemaal klaar om aan de dag te beginnen.
 
Als ik mezelf iets wensen mag dan zijn het meer van die zachte nachten. Slaapwel!
  

Reacties

Een reactie posten